Swartvast adviseert bij innovatieve inwinnings- en verwerkingsprocessen van geo-informatie, analyse van data en informatie en de vertaling daarvan naar welgeformuleerde publicaties |
|
|
Jaguar en Daimler: de interessante typesDe Jaguar XJ6, XJ12, XJ40, XJ81 en X300![]() Ik kan niet zeggen dat het in de familie zit, hoewel mijn hypertechnische ooms altijd goed in het uit elkaar halen (en in gewijzigde vorm weer in elkaar zetten) van auto's waren. En de liefde voor 'de Engelse auto' komt ook niet door de aloude gezinsauto, want die was er niet. Maar ik ben altijd in auto's geïnteresseerd geweest en wist al snel welke mijn favorieten waren. De Rover SD1, gemaakt van 1976 tot en met 1986. En daarnaast alles dat met Jaguar te maken had. Hoewel, niet de Mark II en de E-type, de twee types die juist zo populair en daardoor kostbaar zijn. Ik zal ooit nog eens een stel mooie pagina's maken over mijn afzonderlijke liefhebberijen en met name over de Rover en alle klussen die ik er in de loop van de tien jaar dat ik de wagen nu heb aan heb gedaan, maar vooralsnog blijft het bij deze. Ik vertel het verhaal aan de hand van de verzamelde afbeeldingen, als er een grotere foto is krijg je die te zien door op het plaatje te klikken. ![]() Ik was altijd gecharmeerd van de Jaguar en in de loop van de tijd ben ik de XJ6 het mooist gaan vinden. En dan met name de serie 3, de 'opnieuw verbeterde versie' van de XJ6 zoals deze in 1968 het daglicht zag. De serie 3 is van 1979 tot en met 1986 gemaakt. Toen ik ging rondkijken welke ik ooit nog eens het liefst zou willen hebben (altijd leuk om je avond door te komen), kwam ik gaandeweg tot de conclusie dat het aanbod enorm is, veel groter dan van de feitelijk goedkopere, meer verkochte en ook eerlijk gezegd (nog) veel mooiere Rover SD1. Je kunt dus selecteren. En doe dan hetzelfde als bij de Rover SD1: ga voor de meest luxueuze variant. In het geval van de Jaguar XJ6 is dat de Daimler. En neem daarvan dan de V12, dan heb je tenminste echt het neusje van de zalm. Ook al is er aan die prachtige 5,3 liter motor moeilijk te sleutelen omdat hij zo enorm groot is en je nergens bij kan. Kortom: zoek een Daimler Double Six! Ik zal nog wel eens uitleggen waarom dat het neusje van de zalm is en waarop je moet letten. ![]() Toen ik in december 2007 weer eens aan het rondstruinen was, kwam ik een met schitterende professionele foto's kracht bijgezette aanbieding van de opvolger van de Daimler Double Six tegen, de … Daimler Double Six! Dit is de variant met de 'vierkante' koplampen. De XJ6 werd in 1986 opgevolgd door wat men binnen Jaguar de XJ40 noemde. De zescilinder bleef door het leven gaan als XJ6, maar om hem te onderscheiden van de XJ6 serie 3, wordt hij door liefhebbers bij de interne naam XJ40 genoemd (net als de Rover 3500 vanaf 1976 de SD1 wordt genoemd). De XJ40 was de redding van Jaguar, zeker kwalitatief, maar dit ontwerp is jammer genoeg nooit gewaardeerd. De pannenkoekvlakke motorkap en de rechthoekige koplampen maakten dat de prachtige gewelfde (maar ook peperduur om te maken) motorkap tot het verleden behoorde. ![]() De uitstraling van de XJ40 was modern, maar doordat het superstrakke ontwerpen ook weer snel uit de mode geraakte, ook al snel gedateerd. Ook de Jaguar-klanten konden het niet zo waarderen, hoewel de XJ40 in grote aantallen werd verkocht, met name door het sinds omstreeks 1984 enorm gestegen kwaliteitsniveau. Eind 1994 verscheen dan ook de opvolger van de XJ40, de X300. Deze had weer een om de ronde koplampen gewelfde motorkap en een rondere achterkant en zag er daardoor tegelijk modern en refererend aan de typische Jaguar-kenmerken uit. Feitelijk echter was het grotendeels nog een XJ40. Het interieur was vrijwel exact gelijk en ook de portieren. Ik vind de X300 weliswaar typisch Jaguar, maar toch niet zo sterk en karakteristiek als de XJ40. Toen ik eenmaal de hierboven getoonde Zwitser (want dat was het) had gezien en de prachtige foto's van het eveneens prachtige interieur, dacht ik: ja, ik geloof dat ik de XJ40 toch het mooist vind. Hij is consequent strak ontworpen, is zeker qua interieur minder klassiek en ruimer dan de XJ6 serie 3 en heeft meer en mooier wortelfineer dan de XJ6. Ook heeft hij volledige elektrische stoelverstelling, meestal stoelverwarming, een viertraps in plaats van een drietraps automaat, een CD-wisselaar, enzovoort. O ja, en natuurlijk de voor Daimler karakteristieke aparte zetels achterin (had zijn voorganger ook) en zogenaamde picknick-tafeltjes aan de rugleuningen van de voorstoelen voor de achterpassagiers. Over het nut kan men delibereren, feit is dat dit mooi en luxueus is én dat het een reminiscentie aan een rijk Jaguar-verleden is. Het neusje van de zalm qua Jaguar: dat is de Daimler. En het neusje van het neusje van de zalm is dan de twaalfcilinder, zoals ik hierboven zei. Maar de motorruimte van de in 1986 geïntroduceerde XJ40 had men (naar verluidt om het onmogelijk te maken dat het management van British Leyland, waarin inmiddels alle oude Britse merken waren opgegaan, zou besluiten dat de Rover V8 het motorruim van een Jaguar onveilig zou gaan maken) niet ontworpen op een kolossale V12. De XJ12 in Serie-3-vorm zou nota bene nog tot 1992 geproduceerd worden om een V12 te kunnen aanbieden. In 1993 had men aanpassingen gereed om de V12 in de XJ40 te lepelen. Deze carrosserievariant heet intern de XJ81 (en niemand die dat weet). In deze XJ81 zit een tot 6,0 liter vergrote variant van de mooiste Jaguar-motor aller tijden. Deze is slechts anderhalf jaar geproduceerd. Eind 1994 verscheen de X300. Op zoek naar een mooie Daimler Double SixUiteindelijk besloot ik, ook omdat de Rover met zijn 373.000 km en 23 jaar niet meer de prachtige limousine is die ik graag zou willen en ik hem binnenkort precies tien jaar heb, een Daimler Double Six aan mijn wagenpark toe te voegen. Ik ging zoeken naar een XJ40 met de twaalfcilinder, de XJ81 dus. Op de volgende pagina doe ik daarvan verslag. |
Met vriendelijke groeten, |